Weinig tot geen code, veel resultaat<strong>!</strong>

Teaser afbeelding
no code low code

Weinig tot geen code, veel resultaat

Teaser description

Het ontwikkelen van software, smartphone-apps en webtoepassingen met low code- en no code-platformen kan bij veel bedrijven op steeds meer interesse rekenen. Dat hoeft niet te verbazen, deze methodieken om programma’s te maken, komen dan ook met heel wat voordelen. Al zal het ‘gewone’ programmeerwerk allicht ook niet snel verdwijnen.

No code en low code zijn twee manieren om software te ontwikkelen waarbij het handmatig schrijven van programmeercode tot een absoluut minimum beperkt wordt. Bij no code komt er (zoals de naam al laat vermoeden) zelfs helemaal geen code meer aan te pas, de software wordt als het ware volledig opgebouwd met visuele bouwblokken die je aan mekaar linkt, als een soort Lego-bouwsel. Bij low code kun je die modules naar believen nog aanvullen met ‘echte’ code. Je hoeft dus geen kaas gegeten te hebben van talen als Java, C# of Python om tot goede toepassingen te komen. 

<p>“Veel bedrijven zien een verandering in de markt, hebben een idee voor een oplossing en willen dat idee dan snel ontwikkelen”, zegt Nicolas Dierck, User Experience Designer bij de Antwerpse ICT-consultant Pàu. “Dat is typisch een voorbeeld waar low code of no code zijn troeven kan uitspelen: je kunt heel snel een minimum viable product bij mekaar programmeren, dat meteen uitbrengen en zo ook onmiddellijk nagaan of er interesse voor is en wat de marktkansen zijn. Eens die eerste, vroege versies op hun poten staan, kun je eventueel verdersleutelen aan je product en het aanpassen via reguliere programmeertechnieken. Of, als de situatie dat toelaat, blijf je verderwerken met low code of no code. Dat kan ook natuurlijk.” </p>

<p>Een ideaal scenario ziet er ongeveer zo uit, legt de IT’er uit: “Een bepaalde bedrijfsafdeling zet een idee snel om naar software via low code. Op die manier kunnen ze zich focussen op de kernfeatures en de software snel valideren. In een later stadium kunnen dan bijkomende features toegevoegd worden via regulier programmeerwerk, als het bedrijf zeker weet dat de tool een toekomst heeft en dat het de investering waard is. Ook om bijvoorbeeld A/B-tests te doen (het vergelijken van verschillende versies van de tool door verschillende gebruikers, red.) of om gewoon wat te experimenteren met software is low code en no code een uitstekend hulpmiddel.”</p>

VR en AR

Op het soort applicaties dat je met low code en no code bij elkaar kunt programmeren staat er eigenlijk geen grens, aldus Dierck. Het gaat heel breed, van webapplicaties over e-commerce-toepassingen tot landingspagina’s en zelfs VR- en AR-toepassingen. Ook het opzetten van chatbots en voice interfaces voor bijvoorbeeld slimme luidsprekers is geen probleem. “Dat zijn dan nog allemaal toepassingen die je ter beschikking gaat stellen aan je eindklanten”, legt Dierck uit. “Je kunt dit natuurlijk ook inzetten om bijvoorbeeld toepassingen te maken om de workflow van je interne bedrijfstoepassingen te stroomlijnen.” 

Het gebruik van low code en no code gebeurt in de praktijk op grosso modo twee manieren, legt Dierck uit. “Ofwel doe je alles op één specifiek platform waar alle aspecten mee geregeld worden, van het bouwen van de code over het data management tot het opzetten van een front end. Ofwel gebruik je voor elk aspect een apart platform die je dan aan mekaar koppelt. Meestal draaien al dat soort low code- en no code-platformen in de cloud, al bestaan er ook versies die je op je eigen servers kunt draaien of via je eigen website. Veel van die platformen komen trouwens ook met typische ‘bouwsteentjes’ die in veel toepassingen vaak terugkomen, zoals bijvoorbeeld login-flows het winkelkarretje voor e-commerce-applicaties.”

Je kunt heel snel een minimum viable product bij mekaar programmeren, dat meteen uitbrengen en zo ook onmiddellijk nagaan of er interesse voor is en wat de marktkansen zijn.

Drie voordelen

De snelheid van ontwikkelen via low code en no code is voor Dierck dan ook een van de drie grote voordelen van deze aanpak. “Hoeveel tijd je bespaart of hoeveel sneller je applicatie klaar is, hangt af van applicatie tot applicatie, dus het is moeilijk om daar een lijn in te trekken. Maar dat het sneller gaat, is een uitgemaakte zaak. Samen met die snelheid komt ook een interessante kostenbesparing, want softwareontwikkelaars kosten immers geld.”

Het derde voordeel is de grote toegankelijkheid van deze manier van software ontwikkelen, argumenteert Dierck. Er komt zeker nog een leercurve kijken bij low code en no code, maar die ligt toch wel wat lager dan het volledig onder de knie krijgen van een programmeertaal. “Op die manier kunnen pakweg ook CEO’s, marketing managers of business managers snel software maken, zonder dat ze daarvoor bij de IT-afdeling van het bedrijf moeten langsgaan. Meestal vinden die IT’ers zelf dat ook niet zo erg (lacht). Op die manier kunnen ze zich immers vooral bezighouden met grotere en uitdagendere projecten binnen de onderneming.”  

Specifieke software

De komende jaren zal het belang van low code en no code alleen maar toenemen, daar is Dierck van overtuigd. “Die markt floreert absouut. In veel grote bedrijven zijn deze methodieken al onontbeerlijk geworden om de interne flow van het bedrijf te ondersteunen. Er zijn bijvoorbeeld ook veel start-ups die quasi honderd procent op low code en no code steunen.” 

In dat geval dringt zich een voor de hand liggende vraag op: moeten ‘gewone’ programmeurs dan niet stilaan voor hun job vrezen? Zo ver zal het allicht niet komen, denkt de Pàu-medewerker. “Nee, er is nog altijd meer dan genoeg vraag naar specifieke software, met heel specifieke features die je eigenlijk alleen maar met regulier programmeren kunt bouwen. Bovendien: ook die low code- en no code-platformen op zich moeten natuurlijk door iemand gebouwd worden en ook dat is het werk van programmeurs. Ik ben er dus vrij zeker van dat zij absoluut nog niet voor hun job moeten vrezen, de komende jaren.” 

no code low code